Het aantal meldingen van online geweld tegen vrouwen stijgt. Dit blijkt uit een recent onderzoek van Amnesty International. Veel meisjes en vrouwen worden dagelijks geconfronteerd met bedreigingen, haatreacties en vernederingen via sociale media. Een van hen is de 28-jarige Layla*, die vertelt over haar persoonlijke ervaring.

“Ik postte een filmpje op TikTok waarin ik mijn mening gaf over vrouwenrechten. Binnen een paar uur kreeg ik best wat reacties, waarvan het grootste deel haat was,” vertelt Layla. “Ze noemden me een aandachtshoer, zeiden dat ik verkrachting verdiende en dat ik beter dood zou kunnen zijn.” Zulke reacties komen steeds vaker voor op sociale media zoals TikTok en Instagram. Met opmerkingen als: “Het is toch niet zo belangrijk”, of “Als je je zo kleedt, vraag je erom”, wordt haat steeds vaker genormaliseerd, en dat is niet oké.

Volgens cijfers van Plan International heeft één op de vijf jonge vrouwen in Nederland te maken gehad met online intimidatie. Het gaat daarbij niet alleen om haatreacties, maar ook om doxing (het verspreiden van privégegevens), seksueel getinte berichten en bedreigingen.

Online geweld blijft vaak onbestraft. Daders verschuilen zich achter anonieme accounts, en veel slachtoffers doen geen aangifte uit angst voor victim blaming of omdat ze denken dat het toch geen zin heeft.

Eén op de zes mannen onder de 50 jaar zegt dat het acceptabel is om geweld te gebruiken tegen vrouwen. Veel van hen noemen zelfverdediging als reden, maar sommigen zeggen zelfs: “Als ze erom vraagt.” Dit blijkt uit een onderzoek van Hart van Nederland.

Toch blijft het geweld niet alleen online. In Nederland wordt gemiddeld elke acht dagen een vrouw vermoord – een vorm van moord die we femicide noemen. Wereldwijd sterft elke tien minuten een vrouw door femicide, aldus cijfers van Women United.

Veel vrouwen hopen op strengere handhaving door sociale mediaplatforms en betere voorlichting over dit onderwerp op scholen.

“Er moet meer aandacht komen voor digitale veiligheid en respectvol gedrag online.”

*Naam is op verzoek van de geïnterviewde gewijzigd.